Beelden

Land: Nigeria


Hoogte: 27 cm

Land: Burkina Faso

Materiaal: hout

Land: Nigeria / Kameroen

Materiaal: in leem gehulde figuren met dierlijke restanten, kralen.

Hoogte (zonder uitsteeksels): 25 en 24 cm

Land: Nigeria

Materiaal: hout, ijzer (ogen), glaskralen

Hoogte 28 cm

Land: Nigeria

Materiaal: hout, diverse materialen

Hoogte figuren: 42 en 44 cm. Hoogte staven: 66 cm

Regionale stijl: Egba-Egbado?

Literatuur:
Witte, Hans: 'Ifa and Esu. Iconography of order and disorder.' Soest 1984. Chemeche, George: 'Eshu. The devine trickster.' Uitgave Antique Collectors' Club 2013.

De Eshu en Ifa rituelen houden in binnen de Yoruba cultuur het (noodzakelijk) verstoren van de orde om daarna te komen tot een nieuw evenwicht.
Witte: aan deze figuren zijn een houten waaier, een slangenei en een kleine kalebas met medicinale stof verbonden, evenals vele kaurischelpen. De medicinale kalebassen op de hoofden van de figuren verwijzen naar de magische krachten waarover Eshu beschikt. De houten waaier is het symbool van Oya, vrouw van Shango en godin van de wind. Beide beelden hebben snoeren met rode kralen om de nek en de vrouwelijke figuur een snoer met witte kralen om de pols. Rode en witte kralen worden gedragen door Shango priesters. De figuren hebben deel uitgemaakt van het toebehoren van een tempel, gewijd aan Shango, de dondergod. Kauries werden vroeger gebruikt als geld. Het feit dat 'Elegba (=Eshu) zich achter kauri schelpen verschuilt', zoals de Yoruba zeggen, stelt dat de in menselijke relaties stokende Eshu aanwezig is bij alle geldtransacties.

Land: D.R. Congo

Materiaal: hout, textiel, veren, vezels, andere materialen

Hoogte: 39 cm

Magische figuur voor een clan of chef.

Land: Angola

Materiaal: plastic, textiel, vezels

Hoogte: 22 cm Deze pop was een Amerikaanse Kewpie pop totdat het getransformeerd werd in de Hakoma cultuur. Er zijn ook enige transformaties bekend van Barbie poppen bij de Hemba en de Ndebele.

Land: D.R. Congo

Materiaal: hout

Hoogte: 26 cm

Zwellende torso, verwrongen lichamen en ontbrekende ledematen lijken de vloek of situatie weer te geven waarin het slachtoffer of zijn (haar) voorouders betrokken waren.

Land: Mali

Materialen: hout, ijzer, offer stoffen

Hoogte: 57 cm

Desplagnes (1907) beschrijft dat rituele specialisten, laggam genaamd, soms een bijltje met een besneden handvat bij zich dragen. Ezra (1988) veronderstelt dat het hier de priesters betreft, de binukedine. Een staf van de zelfde snijder/werkplaats bevindt zich in de Koenig collectie. Een derde staf met de zelfde opbouw, maar met anders uitgewerkte figuren, was in handen van Victorio Mangio en Serge Schöffel.

Land: Mali

Materiaal: hout

Hoogte: 38 cm

Bij de Bamana en de Malinke wordt de geboorte van een tweeling met vreugde begroet. Ze worden beschouwd als bijzondere wezens, voorzien van bijzondere krachten die zij ook schenken aan hun ouders (die kunandi oftewel de geprivilegieerden genoemd worden) als een gift van het opperwezen. Tweelingen worden erg goed verzorgd, maar desondanks kunnen ook zij sterven, wat het dorp in diepe rouw dompelt. De vader liet dan door de smid een beeld maken, geheten flanitokele wat betekent 'de tweeling die blijft'. Het beeld is de plek waar de nyama, het karakter van de overledene dat nu gescheiden is van het lichaam, zich bevindt. De moeder bewaart het in haar slaapkamer en neemt het beeld mee onder haar rokken als ze met de andere tweeling op stap gaat. De overlevende tweeling heeft het beeld bij zich tijdens de besnijdenis en bewaart het daarna zelf.